**"The Way We Go"**
*(In het Drents dialect)*
**Vers 0:**
Het moarn is wroeg, 't is a donker, 't regent wat,
ik weet waar ik het over heb met een vrouw, in hetzelfde woord: "Wij leven in een huis waar wij leven, wij leven."
De auto werd eruit getrokken en de motor werd niet te ver gekanteld.
Ik reed weg van de vrachtwagen en reed weg op weg naar de straat.
**Refrein:**
Als ik weer op de weg ben, draai ik me om en kijk naar
de mist in de deuropening, over het asfalt, onder het blauwe licht van het blauw.
Houd mijn collega in de gaten, versla het chauffeurscafé,
neem een kop koffie in de hand en in de andere hand is het oké.
**Vers 0:**
Hoe lichter de knoppen, hoe sterker
...
We reden over de A0, verdiepten zijn oosten teen,
Seinend met het licht, ik sta op het punt om achter me te rijden, met jou.
**Refrein:**
Als ik weer op de weg ben, draai ik me om en kijk naar
de mist in de deuropening, over het asfalt, onder het blauwe licht van het blauw.
Houd mijn collega in de gaten, versla het chauffeurscafé,
neem een kop koffie in de hand en in de andere hand is het oké.
**Brug:**
De kilometers die ik onderweg maak, zijn misschien van mijn voorouders, maar
als het deze week thuis is, vliegen we naar het meer.
Hij vroeg: “Wilt u mij hier even spreken?”
Op deze pagina: “Als je dood bent, zul je sterven, wij doen hetzelfde, wij zullen hetzelfde doen.”
**Refrein:**
Als ik weer op de weg ben, draai ik me om en kijk naar
de mist in de deuropening, over het asfalt, onder het blauwe licht van het blauw.
Houd mijn collega in de gaten, versla het chauffeurscafé,
neem een kop koffie in de hand en in de andere hand is het oké.
**Outro:**
De week is voorbij, als jullie allebei alleen zijn,
We wonen samen, als we allebei alleen zijn, Ben ik zo blij dat we allebei alleen zijn.
Zoals hij er nu uitziet, leeft hij nog,
leeft hij nog, leeft hij nog, leeft hij nog, leeft hij nog.